None

Een kijkje in het leven van Neanderthalers door mondmicroben

– mrt 21, 2017

Tandplak toont ons een radicaal nieuwe kijk op het leven en de eetgewoontes van ons meest nauw verwante, uitgestorven familielid; de Neanderthaler. Deze mensachtigen leken precies te weten welke planten een pijnstillende en ontstekingsremmende werking hadden. Ze deden aan een soort zelfmedicatie.

Vastgeplakt 

Een internationaal onderzoeksteam, onder leiding van Australian Centre for Ancient DNA (ACAD) van de Universiteit van Adelaide, keek naar de tandplak van vier Neanderthalers. De resten zijn tussen de 42.000 en 50.000 jaar oud en werden in grotten in België en Spanje gevonden. Maar waarom tandplak? “De microben uit de mond, en de ziekteverwekkers uit de luchtwegen en maagdarmstelsel blijven plakken aan tandplak,” legt onderzoeker en hoofdauteur van het artikel Dr. Laura Weyrich in een persbericht uit. “Daarnaast bevat het ook stukjes voedsel die tussen de tanden achter bleven.” Het DNA van de microben en het voedsel is duizenden jaren bewaard gebleven. “Een genetische analyse van dit ‘vastgeplakte’ DNA geeft een uniek inkijkje in de manier van leven van de Neanderthalers. Het laat ons zien wat ze aten, hoe hun gezondheid was, en hoe het milieu hun gedrag beïnvloedde.”

Vol microben

De genetische analyse zorgde voor verrassende nieuwe inzichten, bijvoorbeeld op het gebied van dieet en de mondmicrobiota; het geheel van microben dat in onze mond leeft. Deze diversiteit is sterk afhankelijk van wat we eten. Ook bij Neanderthalers. Uit de voedselresten bleek dat de ‘Belgische Neanderthalers’ veel vlees aten, bijvoorbeeld van wolharige neushoorns en wilde schapen. Hierdoor had de mondmicrobiota veel weg van de eerste jagers en verzamelaars, en leek zelfs een beetje op die van de moderne mens. De individuen uit Spanje hielden een meer vegetarisch dieet aan, dat vooral bestond uit paddenstoelen, noten en boomschors. De diversiteit van hun mondbacteriën vertoonde hierdoor veel gelijkenissen met chimpansees. 

None

De bovenkaak van een Spaanse Neanderthaler met tandplak zichtbaar op de achterste kies (rechts).

Microben uitwisselen

Uit de tandplak blijkt ook dat Neanderthalers en moderne mensen enkele ziekteverwekkers deelden. Het onderzoeksteam vond het genoom van het archaeon Methanobrevibacter oralis - het oudste microbiële genoom dat ooit in kaart werd gebracht. Deze microbe, die voor tandvleesontsteking zorgt, werd eerder ook al in resten van moderne mensen gevonden. Deze ontdekking suggereert daarmee dat Neanderthalers en moderne mensen zo’n 180.000 jaar geleden, lang nadat ze zich afsplitsten, nog ziekteverwekkers uitwisselden. 

Pijnstillers

De Neanderthalers bleken deze ziekteverwekkers ook actief te bestrijden. Eén van de Neanderthalers uit Spanje had een abces in de mond, en droeg een parasiet bij zich die diarree veroorzaakte. Het tandplak toonde daarnaast aan dat hij van een populier had gegeten. Deze boom bevat de pijnstiller salicylzuur, het actieve ingrediënt van aspirine. Ook vonden de onderzoekers een Penicillium-soort, een schimmel die antibiotica maakt, die ze niet bij de andere Neanderthalers aantroffen. Volgens de onderzoekers een mogelijke vorm van zelfmedicatie. “Blijkbaar bezaten Neanderthalers veel kennis over medicinale planten en hun ontstekingsremmende en pijnstillende eigenschappen,” aldus Professor Alan Cooper, directeur van het ACAD. “Antibioticagebruik, 40.000 jaar voor de uitvinding van penicilline, zou zeer verrassend zijn.” De onderzoekers sluiten af: “Aan de hand van de microben die in en met ons leefden, krijgen we een unieke kijk in onze evolutionaire geschiedenis.”

BronNature