Heterotrofe organismen halen hun energie uit organische stoffen, die gebouwd zijn door anderen. Tweedehands energie dus, maar hoe komt dit eigenlijk?
Heterotrofe organismen halen hun energie uit organische stoffen, die gebouwd zijn door anderen. Tweedehands energie dus, maar hoe komt dit eigenlijk?
Eten en gegeten worden
In de praktijk leven heterotrofe organismen van andere levensvormen. Dit kan door dood organisch materiaal af te breken zoals bij verrotting, maar ook door anderen op te eten. Microben zijn wat dat betreft van alle markten thuis. Sommigen gaan zelfs op jacht om anderen te kunnen vangen. Een mooi voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de lassoschimmel (Drechslerella doedycoides) die op kleine rondwormen jaagt. Maar waarom al die moeite doen als je ook van de zon kunt leven?
Meerdere bronnen
Sommige organismen moeten niks hebben van deze tweedehands energie. Zij hebben geen organisch materiaal van anderen nodig. Deze organismen zijn het tegenovergestelde van heterotroof, ook wel autotroof genoemd. Maar dat betekent ook dat zij afhankelijk zijn van een zeer beperkt aantal energiebronnen, zoals de zon. Heterotrofen kunnen minder afhankelijk zijn van enkele bronnen. Hun dieet kan daardoor heel veelzijdig zijn, met verschillende soorten bronnen van organische stoffen die ze afbreken voor energie of om andere stoffen van te maken.
Ben je benieuwd hoe een jagende lassoschimmel eruit ziet? Je kunt hem in actie zien in Micropia.