flink zuur
De vagina heeft een unieke milieu. In vergelijking met de rest van het lichaam is het flink zuur. Deze lage pH wordt mede veroorzaakt door de microben die in het vrouwelijk geslachtsorgaan leven. Op het slijmvlies zijn dat vooral melkzuurbacteriën (uit het geslacht Lactobacillus) die, net als bij de omzetting van melk in yoghurt, melkzuur produceren. Dit zorgt voor een lage zuurgraad waar veel ziekteverwekkers slecht tegen kunnen. De vaginale microbiota speelt dus een belangrijke rol bij de gezondheid van de vrouw.
uit balans
Bij 25% tot 30% van de vrouwen is de vaginale microbiota uit balans. Dit heet bacteriële vaginose (BV). Bij deze vrouwen is de microbiële diversiteit in de vagina veel hoger dan gemiddeld. In veel gevallen wordt de vagina dan gedomineerd door de bacterie Gardnerella vaginalis in plaats van de gebruikelijke Lactobacillus-bacteriën. Hierdoor ligt de pH hoger. BV kan verstrekkende gevolgen hebben voor de gezondheid. Het veroorzaakt onder meer vaginale afscheiding, en verhoogt het risico op pelvic inflammatory disease (PID), baarmoederwandinfecties (endometritis) en vroeggeboorte. Daarnaast zijn vrouwen met deze abnormale vaginale microbiota vatbaarder voor hiv en andere seksueel overdraagbare aandoeningen. Het is dus van belang dat BV snel, en vooral juist, wordt vastgesteld.
moleculaire methoden
Tegenwoordig wordt op BV getest door middel van microscopisch onderzoek (zogenaamde Nugent scoring of Amsel criteria). Deze methoden zijn alleen niet altijd even accuraat en objectief, de resultaten blijken soms afhankelijk van de laborant die de analyse uitvoert. Samen met de SOA-kliniek van de GGD Amsterdam, TNO en de VU ging Remco Kort , Micropia-hoogleraar aan de VU, daarom op zoek naar een betere methode. Ze publiceerden hun vindingen deze week in het open access journal BMC Infectious Diseases.
Kort en zijn team gebruikten drie moleculaire methoden (next generation sequencing, microarrays en DNA profiling) om de samenstelling van de vaginale microbiota in kaart te brengen in 40 vaginale uitstrijkjes, waarbij bij 20 daarvan BV was vastgesteld. Bij de moleculaire methoden wordt op basis van DNA dat uit de uitstrijkjes wordt geïsoleerd telkens op een verschillende manier de bacteriële samenstelling van de monsters bepaald.
betrouwbaarder
Kort kon op basis van de moleculaire analyses binnen de 40 monsters uiteindelijk vijf verschillende clusters onderscheiden; twee voor BV-negatieve vrouwen en drie voor BV-positieve vrouwen. Alle gezonde vaginale microbiota worden gedomineerd door Lactobacillus iners of Lactobacillus crispatus. De drie BV-clusters hadden echter een hoge bacteriële diversiteit en werden vooral gedomineerd door anaerobe (‘zonder zuurstof levende’) bacteriën, zoals Gardnerella vaginalis. Kort: “Hoge bacteriële diversiteit en relatief lage aantallen van Lactobacillus-bacteriën blijken dus goede indicatoren te zijn voor bacteriële vaginose”. Een probleem is nu alleen nog de hoge kosten van de gebruikte moleculaire testen voor routinegebruik in de kliniek. “Er wordt bij TNO daarom nu een betaalbare en simpele moleculaire test ontwikkelt die de bestaande methoden kan vervangen, en betrouwbaarder BV kan aantonen”, aldus Kort.
Bron:
BMC Infectious Diseases