Pantoffeldiertje

Eencellige met 'mondje'

meer informatie

Als je naar de vorm van dit eencellige organisme kijkt, begrijp je onmiddellijk waarom hij pantoffeldiertje heet.

Als je naar de vorm van dit eencellige organisme kijkt, begrijp je onmiddellijk waarom hij pantoffeldiertje heet.

Trilhaartjes

Een andere naam voor het pantoffeldiertje is ‘trilhaardiertje’, vanwege de vele korte trilhaartjes aan de buitenkant van zijn cel. Die haartjes maken met zijn allen dezelfde beweging, waardoor het pantoffeldiertje snel in een bepaalde richting kan zwemmen.

Zout van binnen

Een pantoffeldiertje is vrij zout van binnen, vergeleken met het zoete water waarin het leeft. Het water trekt daardoor vanzelf naar binnen (osmose). Om niet 'vol te lopen' en te barsten heeft het pantoffeldiertje twee blaasjes, die het water in de cel verzamelen en weer naar buiten pompen. Het pantoffeldiertje eet vooral bacteriën, die het door beweging van zijn trilhaartjes in de mondgroef naar binnen veegt. In de cel kapselt het diertje de bacteriën in voedselblaasjes in, waarna ze worden verteerd. Zelf is het pantoffeldiertje voedsel voor dierlijk plankton, kleine vissen en andere waterdiertjes.

Eencellig speerwerpen

Het pantoffeldiertje heeft een zeer geavanceerd afweergeschut. Vlak onder de huid zitten heel veel kleine harpoentjes (trichocysten) om een vijand mee te bestoken. Pantoffeldiertjes gebruiken deze speren ook voor veel andere doeleinden. Ze kunnen ermee op andere microben jagen en zichzelf vastzetten aan de ondergrond. De speren zijn daarnaast ook giftig voor sommige microben. Ze hebben een verlammende werking waardoor ze nog effectiever zijn. De lengte van de speren is zo’n 20 micrometer (0,02mm). Omgerekend naar menselijke maten is dat ongeveer 10cm. Een stuk kleiner dan de 2,7 meter lange speren waarmee op de Olympische Spelen wordt geworpen. Maar waar de menselijke atleten er maar eentje tegelijk werpen, heeft het pantoffeldiertje er duizenden die hij op ieder moment kan afschieten.