Detectie door DNA
Een groep wetenschappers uit het Children’s Hospital in Philadelphia, VS heeft door middel van grootschalige DNA-testen van babyontlasting onderzocht welke microben in de uren na de geboorte aanwezig zijn. De eerste zestien uur na de geboorte werd er niet genoeg DNA gevonden in de babyontlasting om de aanwezigheid van bacteriën te kunnen bewijzen. Na deze uren konden de drie meest voorkomende soorten in babydarmen wel worden aangetoond. Door analyse van zowel het gevonden DNA als de bacteriële verteringsstoffen, werd er daarnaast ontdekt dat de darmen bij geboorte al anaeroob zijn. Ook kwamen de gevonden soorten bacteriën (Escherichia coli, Enterococcus faecalis, Bacteroides vulgatus) overeen met de soorten die al in het verleden in de darmen van oudere baby’s gevonden waren. De wetenschappers doen nog verder onderzoek naar hoe de soorten veranderen en zich aanpassen wanneer de kinderen verouderen.
Aanpassing bij een afwijking
Door verdere observaties te doen aan het veranderende darmmicrobioom bij het ouder worden, zou een standaard opgesteld kunnen worden voor hoe microben in een gezond persoon ontwikkelen. Door vervolgens afwijkingen hiervan te noteren zouden we ook kunnen zien hoe bepaalde bacteriën een rol spelen in darm-gerelateerde ziektes, bijvoorbeeld obesitas. In de toekomst zou een afwijking in de samenstelling van het darmmicrobioom dan mogelijk al in een vroeg stadium behandeld kunnen worden om ziektes te kunnen vermijden.
Wil je meer weten over ontwikkelingen in de microbiologie, bekijk dan onze nieuwsberichten op Micropia.nl
https://www.sciencedaily.com/releases/2020/04/200416151714.htm |