None

Darmmicroben laten doodgravers op aas gedijen

– nov 2, 2018

Doodgravers, een kevergeslacht dat leeft van aas, gebruiken de kadavers van kleine dieren als broedplaats voor hun larven. Met behulp van hun eigen darmmicroben veranderen ze dit karkas in een groeibevorderende kraamkamer.

Kraamkamer

De doodgraver Nicrophorus vespilloides begraaft de kadavers van kleine dieren in de bodem om ze te gebruiken als voedselbron voor zijn nakomelingen. Deze ‘kraamkamer’ is echter zeer vatbaar voor microbiële verrotting . Naast de ziekteverwekkers die daarbij ontstaan, zijn ook de giftige stoffen die bij decompositie vrijkomen schadelijk voor de keverlarven. Duitse onderzoekers ontdekten echter dat de doodgravers hier een oplossing voor hebben gevonden: ze brengen hun eigen darmmicroben  aan in het kadaver. Dit voorkomt niet alleen de (schadelijke) afbraak van het dode dier, maar verandert het in een kwekerij van goedaardige bacteriën en schimmels die de groei van de larven bevordert.

Significant kleiner

De onderzoekers bekeken de bacteriën en schimmels in kadavers die werden gebruikt door de doodgravers, en vergeleken deze diversiteit met die op andere kadavers. Zo ontdekten ze dat in gewone kadavers veel bodemschimmels voorkwamen die het dierlijk weefsel afbraken. In de kadavers met keverlarven werden deze schimmels onderdrukt, en werd vooral een specifieke darmgist uit de doodgravers teruggevonden. Ook keken de onderzoekers naar het effect van deze microbiële veranderingen in het aas op de gezondheid van de keverlarven. Larven die opgegroeide in kadavers zonder de kevermicroben, waren significant kleiner ondanks dat ze evenveel van het dierlijk weefsel hadden gegeten.   

Antibiotica

Dit proces toont niet alleen dat insecten, net als mensen, hun microben nodig hebben om gezond te blijven, maar ook dat ze deze gebruiken om een uitdagend milieu naar hun hand te zetten. Daar bovenop zijn de ontdekte kevermicroben wellicht interessant voor medische toepassingen. Aangezien deze kevermicroben de groei van ziekteverwekkende en toxine-producerende bacteriën en schimmels onderdrukken, kunnen ze misschien dienen als bron van antibiotica en antifungicide.   

Bron: PNAS