‘Terpeens’
De kleine organismen maken bij hun communicatie gebruik van een soort geurstoffen, genaamd terpenen. Er bestaan ontzettend veel verschillende geurstoffen. Microben maken graag gebruik van deze verschillende soorten: ze zijn dus meertalig. In deze geurtaal, of chemische communicatie, zijn terpenen de meest voorkomende geurstoffen. In het ‘Terpeens’ kunnen zelfs verschillende soorten microben met elkaar communiceren.
Een echt gesprek
Het onderzoek heeft uitgewezen dat schimmels en bacteriën een gesprek met elkaar voeren. Ze communiceren bijvoorbeeld met elkaar over de omgeving en weten van elkaars aanwezigheid. Groepsleider Paolina Garbeva legt uit: “De bodembacterie Serratia ‘ruikt’ de geurende terpenen die de ziekteverwekkende schimmel Fusarium afscheidt. Als reactie daarop wordt hij mobiel en gaat zelf ook een terpeen produceren.” Een ander voorbeeld is de amoebe Saccamoeba lacustris. Deze luistert gesprekken tussen bodembacteriën af door de gesprekken te ruiken. De amoeben kunnen tot op wel 10 centimeter afstand een gesprek waarnemen en het verschil ruiken tussen verschillende soorten bodembacteriën. Zo kunnen zij hun prooi makkelijker vinden in de donkere compacte aardbodem.
Een groot sociaal netwerk
Microben zijn echter niet de enige sprekers van deze geurtaal. Veel planten en diersoorten communiceren ook met terpenen. Zo maken bloemen geurstoffen om insecten aan te trekken voor bestuiving en maken planten bittere moleculen die vraat tegen gaan. Bij zoogdieren dient terpeen als een feromoon, een natuurlijke geurstof voor verleiding. Misschien spreken wij onbewust ook wel Terpeens.
Bron: Nature