Yarrowia lipolytica

Gewilde gist in de industrie

meer informatie

Yarrowia lipolytica dankt zijn naam aan de Nederlandse onderzoeker David Yarrow die het ontdekte, en zijn voorkeur voor het eten van allerlei lipiden (vettige stoffen). Deze gist is wijdverbreid in de natuur: het kan voorkomen op de meest diverse plekken zoals menselijke nagels, ranzige margarine en kerosinevlekken in de bodem.

Yarrowia lipolytica dankt zijn naam aan de Nederlandse onderzoeker David Yarrow die het ontdekte, en zijn voorkeur voor het eten van allerlei lipiden (vettige stoffen). Deze gist is wijdverbreid in de natuur: het kan voorkomen op de meest diverse plekken zoals menselijke nagels, ranzige margarine en kerosinevlekken in de bodem.

Goed in de olie

Zoals veel andere gisten zien de cellen van Y. lipolytica er door de microscoop ovaal tot langwerpig uit. Deze gisten groeien niet alleen goed op vettige stoffen, ze kunnen ze ook erg efficiënt opslaan. Tot wel 54% van het gewicht van de cel kan uit oliën en vetten bestaan.

Olie opruimen

Yarrowia heet lipolytica omdat hij heel goed is in het afbreken en opslaan van vetten en oliën. Een ander woord voor vet is lipide, vandaar de naam lipolytica. Wegens zijn voorliefde voor olie en vetten, komt Yarrowia in de natuur veelal voor op olierijke plekken. Zo ook op plekken met olievervuiling na een scheepsramp of olielek waar deze gist zich tegoed doet aan deze lastig op te ruimen stoffen. Onderzoekers ontdekten dat Yarrowia in staat  is om 68% van een volume diesel af te breken in 10 dagen tijd. Yarrowia wordt tegenwoordig dan ook actief ingezet om olievervuiling in de natuur op te ruimen. Dit proces noemen we bioremediëring. Maar net als dat hij grote natuurrampen opruimt, is Yarrowia ook erg handig bij het omzetten van allerlei vetrijke afvalstoffen zoals frituurvet en kookolie. Yarrowia eet het afval niet alleen op, maar maakt er tegelijkertijd allerlei nuttige stoffen als citroenzuur en verschillende enzymen van die weer gebruikt kunnen worden als grondstof. Een heel productieve opruimer dus.

Stevia - van plant naar gist

Stevia is een zoetstof afkomstig uit steviaplanten. In tegenstelling tot normale suikers bevat het geen calorieën. Daardoor maken ze je niet dik, en zijn ze niet slecht voor het gebit. De zoetheid komt van zogenaamde steviolglycosiden. In de steviaplant (Stevia rebaudiana) zitten meer dan 70 verschillende soorten zoetstoffen. Deze stoffen zijn tot wel 300 keer zoeter dan normale suiker. Helaas heeft stevia ook een bittere nasmaak. Door de lage opbrengst per plant is het erg moeilijk om uitsluitend met planten aan de groeiende vraag naar stevia te voldoen. Echter, met gisten en fermentatie kunnen steviolglycosiden op grote schaal gemaakt worden. De genen uit de steviaplant die verantwoordelijk zijn voor de productie van de zoetstoffen zijn in de gist Yarrowia lipolytica gezet. Door de plantaardige productieroute in te bouwen, maakt Y. lipolytica nu de lekkerste stevia zonder bittere nasmaak beschikbaar voor grootschalig gebruik.

Gissen over gisten 

Gisten zijn misschien vooral bekend van de productie van brood of wijn. Dit is mogelijk het eerste biotechnologische proces dat mensen uitvoerden. De mens zet de fermentatiekunsten van de bakkersgist (Saccharomyces cerevisiae) al duizenden jaren in. Maar in en op ons lichaam komen ook verschillende soorten gisten voor. Candida albicans in onze mond en darmen en Malassezia soorten op onze huid maken deel uit van het menselijke microbioom. Gisten zijn eencellige schimmels. Het rijk van de schimmels wordt onderverdeeld in kleinere groepen van aan elkaar verwante soorten. Gisten zijn echter niet één subgroep. Gistsoorten zijn te vinden in meerdere schimmelgroepen zoals de zakjeszwammen (Ascomycota) en de steeltjeszwammen (Basidiomycota).