De basis van het microleven

Microbe

Een microbe is een levend wezen dat zo klein is dat je het niet met het blote oog kunt zien. Zo klein zelfs dat we microben niet in centimeters of millimeters meten, maar in micrometers. Een micrometer is nog duizend keer kleiner dan een millimeter. We noemen microben ook wel micro-organismen. Er zijn heel veel verschillende soorten van, zoals bacteriën, schimmels en algen. Ze zitten overal, in je mond, op je handen, in je eten, in je darmen. En ze zijn met heel veel. Ga maar na: in één druppel water zitten wel een miljoen bacteriën. Daar is niks gevaarlijks of vies aan, heel veel microben helpen ons juist om gezond te blijven.

Micro(meter)

Het woord ‘micro’ komt van het Griekse mikros. Dat betekent ‘klein’. ‘Micro’ zetten we dan ook aan het begin van woorden om duidelijk te maken dat het om iets heel kleins gaat. Zoals een microchip of een microfilm. Of microben. Die zijn zo klein dat wij ze niet in millimeters meten, maar in micrometers. Eén micrometer is nog duizend keer kleiner dan een millimeter. Ongeveer de dikte van een paperclip gedeeld door duizend.

Antoni van Leeuwenhoek

De Nederlander Antoni van Leeuwenhoek heeft 350 jaar geleden ontdekt dat microben bestaan. Van Leeuwenhoek was een stoffenhandelaar uit Delft. Om te controleren of er geen foutjes zaten in de stoffen die hij kocht en verkocht, bekeek hij ze allemaal heel nauwkeurig met een vergrootglas. Dat is zo geslepen dat je alles wat je er onder legt, groter ziet dan het is. Van Leeuwenhoek vond het leuk om zelf lenzen te maken, en werd daar ook steeds beter in. Zo maakte hij zijn eerste microscoop, een soort supervergrootglas. In 1674 zag hij met zo’n zelfgemaakte microscoop opeens ‘kleijne diertgens’ in een druppel water. Dit bleken microben te zijn: groenalgen en raderdiertjes. Niet lang daarna kreeg hij ook rode bloedcellen en bacteriën in beeld. Van Leeuwenhoek had een nieuwe wereld ontdekt, de microwereld!

Microscoop

Microben zijn zo klein dat je ze alleen met een microscoop kunt zien. Een microscoop is een apparaat met speciale lenzen. Deze lenzen zijn zo geslepen dat je alles wat je eronder legt heel veel groter ziet dan zonder die lenzen. Soms wel tweeduizend keer groter! Stel je voor: als je een potlood tweeduizend keer zou vergroten, zou het net zo groot zijn als de Eiffeltoren. Micro-organismen zijn onder een microscoop nog steeds heel klein, maar we kunnen ze wel zien.