Symbiose

Tussen samenwerken en samensmelten

meer informatie

Bij symbiose leven twee organismen van verschillende soorten langdurig samen. En dat is dan voor minstens een van de twee gunstig of zelfs noodzakelijk.

Bij symbiose leven twee organismen van verschillende soorten langdurig samen. En dat is dan voor minstens een van de twee gunstig of zelfs noodzakelijk.

Wie is in het voordeel?

De partners binnen de symbiose worden symbionten genoemd. Het grootste organisme is dan de ‘gastheer’. Deze samenlevingsvorm kan voordelig zijn voor beide organismen. Maar symbiose kan ook alleen voordelig, noodzakelijk of zelfs nadelig zijn voor een van beide organismen. In dit laatste geval spreken we van parasitisme. 

Bladermoes op een presenteerblaadje

Een voorbeeld van symbiose is de samenleving tussen parasolmieren en schimmels. Parasolmieren onderhouden de schimmels om zichzelf en hun larven te kunnen voeden. De schimmels zijn weer afhankelijk van de parasolmieren die hun bladermoes als voedsel komen brengen. Dit is dus een samenwerking waarbij beide symbionten een voordeel hebben. Deze vorm van symbiose heet mutualisme.

Een goede gastheer

Ook wij mensen leven in symbiose. Wij hebben bijvoorbeeld bacteriën op onze huid en in onze darmen die ons helpen efficiënter te leven. Er leven zelfs 10 keer meer bacteriën in en op ons lichaam dan dat er menselijke cellen in ons lichaam zitten. Het overgrote deel hiervan is goedaardig en noodzakelijk voor ons overleven.