Escherichia coli (of E. coli in het kort) is een bacterie die van nature voorkomt in de darmen van dieren en mensen. Daar beschermt het tegen andere schadelijke bacteriën. Er zijn ook enkele stammen die een voedselinfectie kunnen veroorzaken.
Escherichia coli (of E. coli in het kort) is een bacterie die van nature voorkomt in de darmen van dieren en mensen. Daar beschermt het tegen andere schadelijke bacteriën. Er zijn ook enkele stammen die een voedselinfectie kunnen veroorzaken.
Escherichia coli komt van nature voor in de darmen van mensen en dieren. Ook al heeft E. coli een slechte naam, toch is de bacterie wel degelijk nuttig voor ons. In de dikke darm voorkomt het ongecontroleerde groei van schadelijke bacteriën.
Nuttige darmbacterie
E. coli is de meest bekende darmbacterie. In de volksmond staat E. coli zelfs bekend als poepbacterie. Dit is opvallend, want zoveel zitten er niet in je darmen. Hij heeft zijn bekendheid vooral te danken aan zijn rol in de microbiologie. Hij wordt bijvoorbeeld gebruikt bij het testen van drinkwater. E. coli kan, in tegenstelling tot veel andere darmmicroben, ook lange tijd buiten het lichaam overleven. Bijvoorbeeld op plekken als kranen, deurklinken of in water. Deze bacterie wordt daarom veel gebruikt om mogelijke poepsporen in drinkwater aan te tonen.
Ziekteverwekker
E. coli is over het algemeen belangrijk voor de darmgezondheid. Er bestaan verschillende stammen en de meeste veroorzaken geen ziekteverschijnselen. Een aantal stammen kunnen echter wel gevaarlijk zijn. Zij kunnen voorkomen op rauw vlees, rauwe groente en rauwe melkproducten.
E. coli als modelsoort
Een ongevaarlijk type E. coli wordt al sinds 1927 gebruikt in verschillende soorten onderzoek. Een voordeel van E. coli is dat het zich snel deelt. Daardoor kweken wetenschappers in een korte tijd vele generaties. Ook bestaat zijn genoom uit vrij simpele genen, en is volledig in kaart gebracht. Dit alles maakt deze bacterie uitermate geschikt voor de wetenschap.