RNA

Kopieerhulp

meer informatie

Samen met DNA en eiwitten vormt RNA vormt een drietal macromoleculen (grote en zware moleculen) die essentieel zijn voor alle vormen van leven op aarde. Veel virussen hebben RNA in plaats van DNA als genetisch materiaal.

Samen met DNA en eiwitten vormt RNA vormt een drietal macromoleculen (grote en zware moleculen) die essentieel zijn voor alle vormen van leven op aarde. Veel virussen hebben RNA in plaats van DNA als genetisch materiaal.

RNA versus DNA

RNA is een afkorting voor ribonucleïnezuur. Het lijkt erg op DNA. Een RNA-keten is net als DNA opgebouwd uit vier verschillende bouwstenen, nucleotiden. Maar anders dan DNA heeft RNA naast adenine (A), cytosine (C) en guanine (G), en het nucleotide uracil (U) in plaats van thymine (T).

Overschrijven en vertalen

RNA ontstaat wanneer er in de cel eiwitten gemaakt moeten worden. Deze eiwitten heeft een cel nodig om zijn functies uit te voeren. De eiwitsynthese verloop volgens een aantal stappen:

  1. Het DNA wordt afgelezen en gekopieerd. Deze kopie bestaat uit zogenaamd messenger-RNA (mRNA). Dit proces heet transcriptie (‘overschrijving’).
  2. De keten van mRNA wordt vervolgens vertaald naar een eiwit. Bij elke drie gelezen nucleotiden wordt daar één aminozuur tegenaan geplakt. Dit heet translatie (‘vertaling’). 
  3. Zo ontstaat er uiteindelijk een reeks van aminozuren die samen opgevouwen worden tot het eiwit.