Wordingsgeschiedenis

Van idee tot realisatie heeft Micropia ruim 12 jaar nodig gehad om te rijpen tot het museum dat nu geopend is. Daarbij is met zeer veel partijen intensief samengewerkt.

Met de benoeming van Haig Balian als directeur van Natura Artis Magistra in 2003 begon ook de geschiedenis van Micropia. Balian ontwikkelde een veelomvattende blauwdruk voor het Artis van de 21ste eeuw met als belangrijkste waarden: meer ruimte voor dieren en planten, meer beleving van educatie over de natuur en volop aandacht voor het erfgoed van Artis. Tijdens de ontwikkeling van deze blauwdruk ontwikkelden Balians kinderen zich ook. Pubers die hun eerste liefdes ontmoeten, hun eerste kus. Maar wat gebeurt er eigenlijk tijdens zo’n kus? De mond is de ingang naar het maagdarmkanaal maar is ook het habitat voor bacteriën uit honderden verschillende stammen. Een complexe flora die uitgewisseld wordt tijdens het zoenen. Het idee voor Micropia was geboren.

De vroege jaren

In Artis staat de relatie tussen cultuur en natuur centraal. Vanuit de dieren en planten worden de verhalen verteld en start de verwondering. Je ziet ze, je hoort ze, je ruikt ze en soms kun je je zelfs in hun midden begeven. Vanuit die gedachte is ook Micropia ontwikkeld. Het (micro)organisme staat centraal en vandaaruit worden de verhalen verteld. Verhalen over de relatie met de mens. Over bijzondere eigenschappen van microben, over hoe we ze gebruiken en op welke wijze ze zich verhouden tot planten of dieren die je in Artis kan zien.

De plaats van microben in de levensboom, de bijzonderheid van microben, het belang van microben voor het individu en het belang van microben voor dieren, planten en de mensheid – nu en in de toekomst - zijn de elementen die uiteindelijk de rode draad zijn gaan vormen in Micropia. Voortdurend wordt de relatie gelegd met het leven van de bezoeker.

Nadat in 2005 een brede verkenning werd afgesloten met een startdocument, werd vervolgens een projectteam samengesteld om Micropia als museum, losstaand van het Artis-park op het vrij toegankelijke Artisplein te ontwikkelen. Aanvankelijk een klein maar divers team dat gaandeweg verder uitgebreid is. De kracht van dit team schuilt in de diversiteit van hun achtergrond. Tentoonstellingontwerpers, architecten, microbiologen, een projectmanager en een netwerk van professionals daaromheen. In de loop van de tijd werd dit team uitgebreid onder andere met een fotograaf gespecialiseerd in de fotografie van microben, schrijvers, onderwijsspecialisten, een lichtontwerper, een geluidsontwerper, laboranten en tentoonstellingsbouwers.

Haalbaarheid

Hoe hou je microben eigenlijk? Artis heeft 176 jaar ervaring met het op een veilige en verantwoorde wijze houden van dieren en planten. Maar hoe zit dat met bacteriën? Of virussen? De keuze werd gemaakt om verhalen zoveel als mogelijk te illustreren met levende organismen. Daar waar dat niet kan, bijvoorbeeld omdat ze ziekteverwekkend zijn, werd voor een meer virtuele wijze gekozen. Een ander uitgangspunt dat samen met specialisten werd gekozen is dat er geen fysiek contact van het publiek met microben plaatsvindt.

Vanuit de gedachte hoe microben te houden, ontstond de behoefte om bepaalde principes te toetsen en prototypes te bouwen. De microbiologische principes die ten grondslag lagen aan de verschillende opstellingen waren werkend gezien in een onderzoeksomgeving, bijvoorbeeld bij een universiteit. Dat is niet voldoende voor Micropia waar microben een belangrijk deel van de dag, zeven dagen per week getoond moeten worden. En bij voorkeur zonder dat een laborant daar elk uur iets aan moet doen.

Zoals in ieder museum moest er een collectieplan gemaakt worden. Dit kost veel tijd: de gekozen organismen moesten immers een ingewikkeld verhaal vertellen, soms zelfs in leven te houden zijn, niet gevaarlijk zijn voor het publiek en eigenschappen hebben die hen voldoende van elkaar onderscheiden.

Een eenvoudig laboratorium werd ingericht op de bovenverdieping van een van de monumentale Salmhuisjes, achter in de tuin. Bedrijven, universiteiten en instellingen waren behulpzaam met de inrichting hiervan. Hier werden uitgebreid proeven gedaan om te testen of een opstelling in een tentoonstellingsomgeving met de gekozen organismen haalbaar werden. In dit traject is regelmatig beroep gedaan op wetenschappers om ons te helpen met de levering van organismen of de protocollen om die organismen levend te houden. Zo werd duidelijk op welke wijze wij diverse microben veilig konden houden en op een wijze waarbij niet naast elke opstelling een laborant zou komen te staan.

Tegelijkertijd ontstond ook de behoefte om principes te testen over de wijze waarop we verhalen vertellen. Samen met een ontwerper die innovatieve media-installaties ontwerpt, is een aantal prototypes ontwikkeld. De microscoop neemt hierin een bijzondere en belangrijke plaats in. Is het bij sommige organismen nog mogelijk deze op macroniveau te laten zien, bijvoorbeeld een schimmelkolonie, in veel andere gevallen is een microscoop onontbeerlijk. Het mooie van een microscoop is dat je door middel van de twee oculairs jezelf kan afsluiten van de wereld en zo een andere nieuwe wereld induikt: de wereld van microben. Een groot nadeel is dat bezoekers gewoonlijk niet in staat zijn om deze kwetsbare optische apparatuur adequaat te bedienen. Navigatie en afstelling van oculairs worden onoverkomelijke drempels die de beleving en verwondering in de weg gaan zitten.

Het resultaat van deze ontwikkeling was een installatie met een 3D-kijker die via camera’s op de oculairs verbonden is met de microscoop. Er kan genavigeerd worden door de habitat om de microwereld te verkennen. Zo wordt het gevoel behouden dat men in die microwereld duikt en is de navigatie eenvoudig geworden. Op een tiental plekken in Micropia is de uitwerking van dit prototype toegepast.

Samenwerking

Vanaf het prille begin was duidelijk dat Artis Micropia niet met een beperkt projectteam kon ontwikkelen. Er werd samenwerking gezocht voor het werven van fondsen, voor het opdoen van praktische kennis, voor het maken van verhalen en het doen van onderzoek. Wetenschappers van de meeste Nederlandse universiteiten en instituten zijn soms terloops, soms zeer intensief betrokken geweest bij de ontwikkeling van Micropia. Onder andere de Universiteit van Amsterdam, Wageningen University, Universiteit van Leiden, Universiteit Utrecht, Vrije Universiteit, Universiteit van Nijmegen Centraal Bureau Schimmelcultures, TNO, Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, Deltares, Netherlands Genomics Initiative, Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Microbiologie en de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie. Een reeks van bedrijven ondersteunde ons met raad en daad. Multinationals zoals DSM dat personeel ter beschikking stelde en lokale organisaties zoals de Amsterdamse Geneeskundige en Gezondheidsdienst die een belangrijke bedrage leverde met betrekking tot de praktische ondersteuning van het laboratorium en de soa-opstelling. Ook de overheid heeft veel bijgedragen aan de totstandkoming.

Bezinning

De financiële crisis heeft ook invloed gehad op de ontwikkeling van Micropia. Aanvankelijk zou Micropia in een speciaal daartoe ontworpen gebouw komen. De resultaten van de fondsenwerving vielen van de ene op de andere dag tegen. We besloten Micropia onder te brengen in een deel van het de Ledenlokalen, een monument dat gerestaureerd moest worden. Van de nood werd een deugd gemaakt en met behoud van uitgangspunten en concepten werd Micropia verder in dit gebouw ontworpen. Het gebouw speelt een grote rol in de beleving van het museum.

Net als op het gebouw was ook op het punt van de inhoud een moment van bezinning aangebroken.

In de loop der jaren zijn meer dan 100 honderd opstellingen ontwikkeld. Die hebben niet allemaal de productiefase gehaald. In de loop van 2011 werd duidelijk dat er keuzes gemaakt moesten worden. Budget, beschikbare ruimte en haalbaarheid van opstellingen noopten tot het maken van harde keuzes. Er is een representatie gemaakt van de microbiële wereld. Schoonheid, opmerkelijk karakter, toonbaar op macro- of microniveau, levend of virtueel toonbaar, belang voor de mens(heid) waren criteria die een belangrijke rol speelden in die keuze.

De realisatie

Uiteindelijk heeft Micropia van idee tot realisatie ruim 12 jaar nodig gehad om te rijpen tot het museum dat nu open is. Er worden honderden verhalen verteld en de bezoeker kan kennismaken met 'kleijne diertgens' zoals Antoni van Leeuwenhoek die in de 17de eeuw typeerde nadat hij deze met zijn net ontwikkelde eenvoudige microscoop ontdekte in sperma, slootwater en tandplak. Diertgens waarvan er alleen al op je lichaam nu honderdduizend miljard blijken te zijn.